Zorgverzekeraars willen cliënten en patiënten alle keuzevrijheid bij het kiezen voor een behandeling en behandelaar ontnemen door artikel 13 van de Zorgverzekeringswet te wijzigen. Artikel 13 garandeert de keuzevrijheid voor cliënten en patiënten alsook voor zorgaanbieders.

De NZa beweert dat de zorgpremie voor iedereen verlaagd kan worden als de keuzevrijheid wordt opgeheven. De NZa, die neutrale marktmeester moet zijn, kiest hiermee openlijk de kant van de inkopende zorgverzekeraars. 

Woensdag 12 maart schetste de NZa nog een karikaturaal beeld van de ggz die de wetswijziging moet motiveren. Verzekeraars zeggen gedwongen te zijn om behandelingen zoals boomknuffelen en afkickreizen te vergoeden, zonder controle op de effectiviteit. Een beeld dat de plank volkomen misslaat. Verzekeraars en de inspectie voor de gezondheidszorg hebben alle mogelijkheid om rechtmatigheid van zorg te controleren en behandelingen die niet op de lijst van verzekerde zorg staan uit te sluiten van vergoeding. 

Wijziging van artikel 13 van de zorgverzekeringswet betekent dat zorgverzekeraars straks de vrijheid hebben om zorg die ze niet hebben gecontracteerd helemaal niet meer te vergoeden. Zorgaanbieders zijn dan volledig overgeleverd aan de verzekeraar. Cliënten en patiënten hebben geen enkele keuzevrijheid meer! 

In het bestuurlijk Akkoord GGZ zijn afspraken gemaakt over maatregelen om de kosten van de ggz beter in de hand te kunnen houden. Daaronder ook afspraken over gecontracteerde zorg. Het NIP ziet, als ondertekenaar ook het liefst dat zoveel mogelijk zorg via contracten verloopt om de kosten in de hand te houden en doelmatigheid te borgen, maar dan moeten de afgesproken randvoorwaarden wel zijn ingevuld. 

Deze afgesproken randvoorwaarden om artikel 13 te wijzigen ontbreken volledig. Er is geen sprake van een gelijk speelveld tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en geen gelijkwaardige toegang tot het contracteerproces. Ook het voortbestaan van de restitutiepolis is nog helemaal niet zeker. Dit zijn wel harde voorwaarden in het Bestuurlijk akkoord. 

Contractvrijheid blijft voor het NIP noodzakelijk zolang er geen gelijks speelveld is om keuzevrijheid aan cliënten te bieden. Het Nip kan indeze situatie niet anders dan de motie van de Kamerleden van der Staaij (SGP) en Slob (CU) onderschrijven. Deze motie houdt de geest van artikel 13 en de keuzevrijheid voor patiënten en zorgaanbieders overeind en prikkelt zorgaanbieders om goede zorg te leveren. 

Patiënten, huisartsen en zorgaanbieders lopen vanaf 1 januari stuk op de regels van de ggz, de contractpraktijken van verzekeraars Het overleg hierover tussen de beroepsverenigingen, de Zorgverzekeraars Nederland, VWS en NZa zit muurvast en heeft nog weinig verbeteringen opgeleverd. Oproepen om de keuzevrijheid van de cliënt, patiënt en zorgaanbieder op te heffen is voorbarig en strijdig met alle geldende afspraken.

 

| OVERZICHT|